Home > Actueel > Nieuwsarchief   > Raad van State stelt boomkweker in gelijk  
Deel deze pagina: 

Actueel

Nieuwsarchief

Steun ons:
Doneer Online
Vriendenloterij
Wordt gesteund door:
VriendenloterijStichting DierenLot
Dassenwerkgroep Brabant 15-08-2006

Raad van State stelt boomkweker in gelijk


Motivering van LNV onvoldoende voor het weigeren van ontheffing voor de verplaatsing van dassen in boomkwekerij.

Op woensdag 9 augustus heeft de Raad van State (RvS) uitspraak gedaan in het hoger beroep dat een Groeningse boomkweker heeft aangespannen tegen het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV). De rechter is van mening dat LNV de door de kweker aangevraagde ontheffing voor het verplaatsen van de dassen van een aan zijn kwekerij grenzende burcht onvoldoende heeft beargumenteerd.

De boomkweker uit Groeningen voert al jaren strijd tegen de dassen die zijn kwekerij betreden. Enkele jaren geleden hebben de dassen een burcht betrokken in een steilrand die aan zijn kwekerij grenst. Naar zijn zeggen heeft de kweker last van de graafactiviteiten die de dassen aan de dag leggen. Het gaat om verzakkingen van het raster dat op de perceelsgrens aan de bovenzijde van de steilrand is geplaatst en pijpen die in de kwekerij uitkomen. Daarnaast komen trekkers vast te zitten in de pijpen en kunnen kantelen, met mogelijk persoonlijk letsel tot gevolg. De kweker heeft in de loop der jaren diverse instanties benaderd, maar zonder succes. Het Faunafonds heeft destijds naar eigen zeggen een redelijke vergoeding aangeboden (". . . . de burcht was hierin opgenomen, de vluchtpijpen en het verplaatsen c.q. repareren van een gedeelte van het hekwerk. Dit alles tegen de daarvoor geldende tarieven. . . ."). Hiermee is de kweker echter niet akkoord gegaan.

Daarop heeft hij bij het ministerie van LNV een ontheffing aangevraagd voor het verplaatsen van de dassen. Deze ontheffing is op 4 augustus 2004 door LNV afgewezen, waartegen de boomkweker bezwaar heeft aangetekend. Ook dit bezwaar is door LNV afgewezen, waarna de kweker beroep heeft aangetekend bij de Rechtbank. Dit beroep is op 15 november gegrond verklaard, waarna de minister van LNV begin 2006 in hoger beroep is gegaan bij de Raad van State.

De uitspraak van de RvS komt erop neer dat het ministerie van LNV onvoldoende heeft gemotiveerd waarom de ontheffing voor verplaatsing niet wordt verleend. De motivatie was grotendeels gebaseerd op een advies van de (toenmalige) Vereniging Das & Boom, om een gedeelte van de kwekerij, grenzend aan de burcht, te gunnen aan de dassen. Dit gedeelte (25 meter lang en enkele meters breed), waar momenteel een werkpad is mag verruigen. Het aanwezige werkpad kan hier langs lopen. Nieuwe (vlucht-) pijpen in de kwekerij mogen weer dichtgestort worden. Voor het aan de kwekerij onttrokken gedeelte kan een vergoeding uit het Faunafonds worden verkregen.

De RvS is van mening dat deze oplossing onvoldoende garantie biedt dat de dassen in de toekomst geen schade meer aanrichten in de kwekerij. Immers, de dassen komen op meerdere plekken binnen. Uitsluitend op grond van dit aangeboden alternatief mag het ministerie de ontheffing niet weigeren. Dit betekent dat LNV haar huiswerk opnieuw moet doen en een deugdelijke onderbouwing moet geven voor de weigering van de ontheffing. De uitspraak betekent derhalve niet dat daarmee automatisch de ontheffing voor de verplaatsing is verleend. LNV is nu aan zet.

De Dassenwerkgroep Brabant is teleurgesteld over de uitspraak. Deze houdt in dat het ministerie van LNV in de toekomst haar weigering van ontheffingverlening zeer goed moet motiveren. Op zich is daar natuurlijk niets mis mee. Het betekent echter ook dat het criterium voor ontheffing die tot dusver werd toegepast - zwaarwegend maatschappelijk belang - kennelijk niet meer gehanteerd kan worden. Het is aannemelijk dat meer aanvragen voor ontheffing zullen worden ingediend, waarbij de aanvrager zich beroept op bedrijfs- of persoonlijk belang. Als de tendens is dat hiermee de grenzen steeds verder verlegd worden is deze ontwikkeling zeer verontrustend voor de das in Nederland.